Screeningsprogramma
Stap 1. Uitnodigingen
Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker nodigen we alle personen met borstweefsel uit. Bij de uitnodiging zit een deelnameformulier en een folder over het onderzoek. Voorlopig is het niet mogelijk om elke twee jaar een uitnodiging te sturen. Dit komt door een tekort aan personeel. Het kan dus voorkomen dat iemand later dan verwacht een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek borstkanker krijgt. De gegevens die we gebruiken om mensen uit te nodigen, komen uit de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente.
Stap 2: Screenen
Het borstonderzoek bestaat uit het maken van een mammografie. Dit gebeurt in een van de onderzoekscentra van Bevolkingsonderzoek Nederland. Onze mobiele onderzoekscentra hebben een trap van acht treden. Kan iemand geen trap lopen, dan kan diegene onze informatielijn bellen om een afspraak te maken met gebruik van de rolstoellift. Om het onderzoek uit te voeren moet iemand rechtop kunnen staan of zitten. Stil kunnen staan of zitten, knieën kunnen buigen bij zithouding, het hoofd, de schouders en ellebogen goed kunnen bewegen en enige druk op de borsten kunnen verdragen. Als iemand dat niet kan, kan men bellen om een afspraak te maken in het ziekenhuis. Wel is het zo dat alleen de mammografie in het ziekenhuis gratis is. Als er een echo gemaakt wordt, dan gaat dat van het eigen risico af.
Mammografie
Bij het maken van een mammografie worden van beide borsten foto’s gemaakt in twee richtingen:
- medio-lateraal-oblique (in een schuine hoek van 45 graden)
- cranio-caudaal (van boven naar beneden)
Borstprothesen
Personen met een inwendige borstprothese kunnen meedoen aan het bevolkingsonderzoek. Wel is het belangrijk om te weten dat borstprothesen geen straling doorlaten. Daardoor kan het zijn dat delen van het borstweefsel niet of minder goed worden afgebeeld. Als door de prothese te weinig borstweefsel te zien is om een goede beoordeling te kunnen maken, ontvangt de cliënt hierover schriftelijk bericht. Wij brengen hier ook de huisarts van op de hoogte. In de brief adviseren we voor vragen contact op te nemen met de huisarts.
Bij het maken van een mammografie wordt druk uitgeoefend op de borst. Volgens plastisch chirurgen is het risico dat prothesen hierdoor kapot gaan heel klein. Klinisch onderzoek met andere methoden is niet zinvol en wordt niet aanbevolen door de Gezondheidsraad.
(Hart)implantaten
Niet elke cliënt met een implantaat kan meedoen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Dat ligt eraan welk implantaat het is. Bij onderstaande implantaten kan een cliënt gewoon meedoen. Dit geeft men aan op het formulier op de achterkant van de uitnodigingsbrief en wij adviseren om dit te melden bij de laborant. Die kan er dan rekening mee houden bij het samendrukken van de borst. De cliënt kan tijdens het onderzoek zelf aangeven als het samendrukken te veel pijn doet. LET OP: we voeren het onderzoek pas 6 maanden na plaatsing uit, omdat de plek nog gevoelig kan zijn.
- ICD: geeft een schok om het normale hartritme te herstellen;
- S-ICD (Subcutane-ICD): onderhuidse ICD;
- Pacemaker: apparaatje dat ervoor zorgt dat het hart in het juiste ritme blijft kloppen;
- Hartritme monitor: registreert het hartritme;
- Port-a-cath: toedieningssysteem waarmee medicijnen, vloeistoffen en bloed in de bloedbaan worden gebracht;
- NVS (Nervus Vagus Stimulatie): soort pacemaker voor de hersenen;
- PICC: lijn in een ader;
- LVAD: steunhart/pompje diep in en om het hart.
Staat het implantaat niet in deze lijst? Vraag dan de specialist om advies.
Stap 3: Uitslag
De beoordeling van de mammografie gaat op basis van ‘double blind reading’. Twee radiologen bekijken onafhankelijk van elkaar de foto’s en geven hun beoordeling. Indien nodig vindt er een arbitrage plaats door een derde radioloog. Afwijkingen die wel worden gezien, maar die als benigne worden geïnterpreteerd en geen reden geven voor nader onderzoek (zoals cystes), worden niet gerapporteerd. In het bevolkingsonderzoek worden 7 van de 10 gevallen van borstkanker ontdekt. Niet alle afwijkingen worden gevonden. Dit kunnen tumoren zijn die niet te zien zijn op de mammografie (mammografisch occult), minimal signs die niet als kwaadaardig geïnterpreteerd worden, tussentijds snel groeiende tumoren en soms afwijkingen die wel gezien hadden moeten worden. Het bevolkingsonderzoek draagt bij aan het vroegtijdig opsporen van borstkanker, maar geeft dus geen volledige zekerheid.
Uitslagbrief
Na het onderzoek sturen wij onze cliënten binnen 10 werkdagen een brief met de uitslag. Op de cliëntpagina 'beoordeling en uitslag' vindt u meer informatie over de uitslag die we versturen naar uw patiënt.
BI-RADS-classificatie
Bij het beoordelen van de mammografieën wordt de BI-RADS-classificatie gehanteerd. Bij verwijzingen vanuit het bevolkingsonderzoek wordt alleen gebruik gemaakt van BI-RADS 0, 4 en 5.
- BI-RADS 0
Er is een mogelijke afwijking gezien, maar de mammografie geeft onvoldoende informatie voor een definitieve BI-RADS-codering. Deze beoordeling wordt bijvoorbeeld gebruikt bij verdenking op superpositiebeeld, bij asymmetrie, wanneer er grotendeels scherp begrensde afwijkingen zichtbaar zijn met benigne aspect of indien een afwijking slechts in één richting zichtbaar is. - BI-RADS 4
Er is een afwijking gezien die verdacht is voor maligniteit, maar niet typisch. Deze categorie wordt bijvoorbeeld gebruikt bij niet scherp begrensde afwijkingen of architectuurverstoringen die zouden kunnen passen bij een massa. Tevens bij calcificaties die qua vorm en distributiepatroon niet typisch benigne zijn. - BI-RADS 5
Er is een afwijking gezien die zeer verdacht is voor maligniteit. Deze codering wordt gebruikt bij slecht afgrensbare massa’s met fijne uitlopers (spiculae), bij massa’s met suspecte calcificaties of vertakkende, ductale calcificaties zonder massa.
Een cliënt met een BI-RADS 0-uitslag wordt verwezen naar de afdeling Radiologie in het ziekenhuis en een cliënt met een BI-RADS 4- of 5-uitslag wordt verwezen naar de Mammapoli of de gebruikelijke route voor mamma patiënten. Door dit onderscheid kunnen we cliënten beter informeren over de betekenis van hun uitslag. Het nader onderzoek in het ziekenhuis wordt uitgevoerd volgens de landelijke Richtlijn Borstkanker. Voor meer informatie verwijzen we u naar de NHG-Standaard Borstkanker 2016.
Stap 4: Vervolg
Wij sturen de cliënten binnen tien werkdagen na het onderzoek schriftelijk de uitslag. Als de uitslag suspect is, geven wij het advies om met de huisarts te bespreken hoe nader onderzoek kan plaatsvinden.
Bij een suspecte uitslag neemt Bevolkingsonderzoek Nederland via Zorgmail en telefonisch contact met u op, één dag voordat wij de uitslagbrief naar uw patiënt sturen. Bij afwezigheid wordt uw waarnemer over de uitslag geïnformeerd.
Let op: zorgverzekering en eigen risico
Het vervolgonderzoek maakt geen deel uit van het bevolkingsonderzoek. De kosten hiervan worden betaald door de zorgverzekeraar. Afhankelijk van het eigen risico kan het zijn dat uw patiënt de kosten of een deel ervan zelf moet betalen. Het is belangrijk dat u uw patiënt hierover informeert.